Als zorgen voor je kindje even niet meer gaat

Jeugdgezondheidszorg

Als zorgen voor je kindje even niet meer gaat

Gina de Hoogh
Auteur Gina de Hoogh 21 maart 2019

Het is vrijdag middag. Nog een uurtje en dan ben ik klaar. Met mijn gedachten al ver in het weekend verzonken, hoor ik in de verte het gerinkel van mijn telefoon. Een melodie met een versnelde beat speelt zich luid af in de kantoorruimte. Gehaast en enigszins onhandig beantwoord ik op mijn meest professionele manier de telefoon.

“Hij is vanmorgen gevallen Gina, op zijn hoofd”.

Het is Truus. Truus biedt ondersteuning in gezinnen waar het na de kraamperiode even niet zo lekker loopt. Zo ook bij dit gezin waar 4 weken geleden een eerste kindje is geboren, een jongen. Het was geen makkelijke start. Zijn moeder kampte vroeger met depressieve klachten en het was haar partner opgevallen dat ze een erg vermoeide indruk maakte, snel geïrriteerd was en klaagde over hoofdpijn. Het leek goed te gaan, maar aan Truus’ waterval hoor ik dat dit nu veranderd is. ‘De kleine is naar het ziekenhuis gebracht. Hij is vanmorgen gevallen Gina, op zijn hoofd’. Ik ben het weekend op slag vergeten. ‘Gevallen, hoe dan?’. Truus vertelt wat er is gebeurd. Mijn moederhart kan het niet laten ongezouten een mening te geven. Ik voel boosheid en verdriet tegelijkertijd. 

Jeetje, wat zal je geschrokken zijn

Even later besluit ik zelf contact met de moeder van het kindje op te nemen. "Jeetje, wat zal je geschrokken zijn", start ik mijn gesprek. Al gauw hoor ik een ontroostbare moeder aan de andere kant van de lijn. "Ik ben op, Gina, ik kan niet meer. Die gebroken nachten, steeds weer dat zorgen, ik trek het niet. Hij lag vanmorgen even bij mij in bed. Ik moet in slaap zijn gevallen en zo is hij...". Ik zink in de stoel. Waar ik in het gesprek met Truus nog vooral boos was, ben ik nu vooral ontdaan. Ontdaan door deze moeder die het goed wil doen, aan zichzelf voorbij gaat en dit uit liefde voor haar kindje niet kenbaar heeft durven maken dat het haar eigenlijk te veel werd. Uit de angst dat ze gezien zou worden als een slechte moeder, en nog erger, de angst dat ze hem weg zouden nemen wanneer dit bij een zorgverlener terecht zou komen. Die angst dat ze een slechte moeder zou zijn is niet uniek en voor veel van ons zó herkenbaar, ook voor mijzelf. We praten en we spreken af dat ze, nu haar zoon is opgenomen ter observatie, probeert haar rust te nemen en contact zoekt met haar huisarts.

In de week na het ongeval ga ik bij ze langs. Het gaat goed met de kleine muis. Hij is maandag weer thuis gekomen en heeft gelukkig niets over gehouden aan zijn ongelukkige val. Zijn moeder zit er anders bij. Het gevoel dat ze een slechte moeder is en heeft gefaald, laat haar niet los. De troostende woorden van haar man komen niet aan. De huisarts heeft gezegd dat het misschien een postnatale depressie is. Dat komt namelijk veel vaker voor dan we denken, 1 op de 10 vrouwen heeft er last van en de symptomen herken je meestal als snel als je weet waar je op moet letten. 

Als ik de deur achter mij dichttrek, besluit ik voorlopig wat vaker langs te gaan, niet alleen als hulpverlener, maar ook als mens, want dit gun je niemand.

Ben jij of ken jij een moeder, vader, grootouder, familielid, kennis, goede vriend(in) of buur met een pasgeboren kindje en herken jij de signalen van een (postnatale) depressie? Maak het dan bespreekbaar, alleen zo kun je iemand helpen. En weet dat diegene die het overkomt, haar/zijn uiterste best doet een goede ouder te zijn. 

Auteur

Gina de Hoogh

Van een pasgeborene tot een driftige peuter, van borstvoeding tot strijd aan de eettafel. Graag neem ik je mee in mijn werk als jeugdverpleegkundige waarin ik dagelijks betrokken ben bij een van de meest bijzondere doelgroepen in onze samenleving.